Page 4 - Maak dat mee
P. 4

Heimwee
Het KMI voorspelt voor vandaag temperaturen tot 35 graden en meer. Dat wordt bakken! Niets voor mij dus. Ik kan immers niet tegen de warmte, maar ook niet tegen de kou. Geef mij dan nog liever regen. Maar voorlopig valt de warmte nog mee. Het is pas negen uur in de morgen, de hitte moet nog komen en er waait een fris briesje terwijl ik hier onder een parasol op een terrasje zit met mijn laptop voor mijn neus, een kop sterke kof e en een lichte cigarillo. Meer moet dat niet zijn. Liefst ook niet minder.
Waarschijnlijk ben jij nu al lichtjes jaloers als je dit leest en denk je bij jezelf dat ik hier met volle teugen zit te genieten van het dolce farniente. Niets is minder waar. Ik zit hier omdat ik het thuis niet meer kon uithouden. Versta me niet verkeerd: thuis was er helemaal niets mis. Het probleem ligt enkel en uitsluitend bij mij, bij mijn ziekte. Door mijn ziekte zit ik onder andere opgescheept met een erg onrustige geest en dat is het probleem. Andere problemen waren er thuis niet. Geen dus. Alleen was ik het thuiszitten zo beu dat ik buiten moest, wilde ik niet de muren oplopen van verveling en ergernis. Bij slecht weer trek ik in zulk geval naar mijn stamcafé hier op de hoek en bij goed weer ga ik op de andere hoek een terrasje meepikken. Dat ritueel herhaalt zich meermaals per dag. Telkens als ik het thuis op mijn heupen krijg, trek ik naar een van mijn stamcafés, net geteld vijftig meter van bij ons thuis. Gelukkig hoef ik niet verder te gaan, want dat zou me niet eens lukken, wegens een versleten rug: hernia, ischias en artrose. Ver loop je niet met zulke mankementen, geloof me vrij, of vraag het aan je huisarts.
Wat ik hier op dit terrasje zit te doen? Wat schrijven om mijn zinnen een beetje te verzetten, alleszins beter dan wat ik vroeger gewend was te doen. Vroeger kwam ik hier ook, maar toen zat ik hier zowat twintig minuten gewoon voor me uit te staren, juist lang genoeg tot mijn cigarillo op was en mijn kop kof e leeg. Van lieverlee trok ik daarna maar weer terug naar huis, om daar net hetzelfde te gaan doen: roken, voor me uit staren en kof e drinken. En intussen mijn hoofd maar breken over zin en onzin van leven en dood. En zo liep ik
6


































































































   2   3   4   5   6