Page 7 - Maak dat mee
P. 7

wilde roken, dacht ik bij mezelf: “Misschien zijn hier wel mensen waar niemand nog naar omkijkt en die ik eens zou kunnen komen bezoeken.” Denken en doen is wat mij betreft altijd al synoniem geweest. Ik trok naar het secretariaat en vroeg of zij misschien iemand kenden die nooit bezoek kreeg en dat ik die dan wel eenmaal in de week wilde komen bezoeken. Meteen wezen ze mij Elisabeth Pletsers aan, net of ze op mijn vraag hadden zitten wachten.
En zo komt het dat Myriam en ik Elisabeth jaren lang elke donderdag zijn gaan bezoeken en eenmaal om de twee weken reed ik Elisabeth naar een psychiater. Daar kon ze niet zonder. Je zou voor minder!
Elisabeth was de jongste dochter van een tuinbouwer. Elisabeth had zes zussen en geen broer. En dus was koningin Elisabeth haar meter en was zij naar de vrouw van koning Albert I genoemd.
Elisabeth was tijdens de Eerste Wereldoorlog geboren en enkele jaren later trouwde haar oudste zus met een zoon van een landbouwer uit de buurt. De ouders van Elisabeth waren al even blij als het bruidspaar zelf, want een man konden zij best op hun bedrijf gebruiken. Maar lang duurde dat geluk niet, want aldra bleek dat de schoonzoon al aan tuberculose leed toen hij met de oudste dochter trouwde. Het duurde dan ook niet lang vooraleer zijn vrouw besmet raakte en al vlug daarna ook al de andere gezinsleden, een na een. Van dan af werd er wel elk jaar één lid van het gezin Pletsers ten grave gedragen. Bij elk open graf keken de overgebleven gezinsleden hun eigen nabije toekomst recht in de ogen en dat beseften ze elke keer meer en beter. Hartverscheurend was dat. Het werd vechten om te overleven, voor elk lid van het grote gezin, met de hoop der wanhoop. Alles werd ontsmet, iedereen meed iedereen; samen slapen, elkaar kussen of zelfs maar aanraken, het was allemaal uit den boze. De drama’s die zich in die jaren ten huize Pletsers afspeelden kan je je allicht gedeeltelijk inbeelden, al vallen ze met geen pen te beschrijven. Ik zal het niet eens proberen te doen, alleen al uit eerbied voor de familie.
Weinige jaren later waren alleen Elisabeth en haar vader nog in leven, ook al waren ook zij besmet en hadden ze beiden zelfs al bloed overgegeven. De eerste die stierf was de vader en zo bleef Elisabeth moederziel alleen achter, uitgemergeld door de tbc. Ze wist niet wat gedaan, tot mijnheer pastoor haar de raad gaf om naar een kuuroord
37


































































































   5   6   7   8   9