Page 7 - VA-Krant nr. 06 - 2017
P. 7

zalen regelmatig voorzien van een nieuw jasje om ze zo weer een modernere en eigentijdse uitstraling te geven en te kun- nen blijven voldoen aan de veranderende vraag vanuit de markt. Ook de buitenter- rassen (2016) aan de noord- en zuidzijde werden aangepakt en opgefrist.
Thuisgevoel
Degenen die het idee hebben dat De Keet alleen wordt aangedaan door verkeer dat even de A50 verlaat voor een snelle hap, hebben het mis. Het restaurant beschikt over een uitstekende kaart en veel inwoners van de omliggende gemeenten weten dat steeds beter te waarderen.
Bé: “We willen ons bezoek graag een ’thuisgevoel’ geven. Je moet je hier op je gemak voelen. Naast de uitgebreide kaart is daarbij een vriendelijke bediening kenmerkend voor ons bedrijf. Daarnaast is De Keet een prachtige uitvalsbasis voor diverse activiteiten. Zo kun je hier aansluiten op een prachtige 35 kilometer lange culinaire  etsroute. Langs de route, die via Heerde, Wapenveld en Veessen loopt, kun je op drie plekken kiezen uit kof e, een voorafje en een uitgebreid diner. Verder zijn we jaarlijks een van de opstappunten voor de boerderijen ets- tocht en mogen we ons ‘Gastheer van het landschap’ noemen. Dat houdt in dat we aan groepen uitleg geven over het ontstaan van de Sprengen, de Render- klippen en de IJsselvallei, waarbij ‘De Keet’ dan wordt gebruikt als uitvalsbasis. Daarnaast sluiten we aan op een Klom- penpad en is De Keet het startpunt voor een straatgolfspel. Bovendien hebben
we hier in huis de mogelijkheid voor een middag- of avondvullend programma met oud-Hollandse spelen.”
Over de opvolging hoeven Fenny en
Bé zich in ieder geval geen zorgen te maken. Vanaf 2012 is zoon Rico (26) in het bedrijf actief. En geheel in de lijn van zijn ouders pakt hij alles aan wat
er binnen het bedrijf voorbij komt. “Ja, het werk varieert van de afwasmachine inpakken en de zalen aanvegen tot koken in de keuken, bedienen in het restaurant en allerlei administratief werk op kantoor”, zegt Rico, waarbij hij eerlijk toegeeft dat het administratieve deel hem het minst ligt. “De afwisse- ling in het werk spreekt me aan, maar
ik ben wel een aanpakker. Na een halve dag ‘kantoor’ moet ik weer even met mijn handen bezig zijn. Daarnaast vind ik het leuk om mee te denken over de toekomst van het bedrijf. Ik zie allerlei mogelijkheden. Ik denk bijvoorbeeld dat er kansen liggen om het vloeroppervlak beter te benutten. We moeten nu nog te vaak ‘nee’ verkopen als mensen in het
VA-KRANT
Weinigen weten dat je tegenwoordig bij ‘De Keet’ meer dan voortreffelijk terecht kunt voor een lunch of diner.
weekend een tafel willen reserveren. We hebben in het restaurant bijna alleen vierpersoonstafels staan, terwijl veel mensen met z’n tweeën komen binnen- lopen. Dat kan beter”, aldus Rico.
Gevoelsmensen
Nu Rico zich aandient wil dat nog niet zeggen dat Bé en Fenny binnenkort een stapje terugdoen. Fenny: “Oh nee, dat zijn we nog niet van plan. We zien wel hoe het zich ontwikkelt. Rico heeft een speciaal gevoel voor de keuken, dus het kan best zijn dat in de toekomst de
‘Je moet je hier op je gemak voelen’
nadruk daar meer naartoe gaat. We zijn gevoelsmensen en nemen dus ook vaak onze beslissingen ’op gevoel’.” Min of meer in dezelfde lijn gaan de gedachten van Rico. “Het komt zoals het komt. Ik ben niet iemand die het roer rigoureus omgooit. Kijk, het is simpel, De Keet bestaat 125 jaar. Ik ben in dit bedrijf opgegroeid, maar er pas 5 jaar intensief bij betrokken. Als we veranderingen doorvoeren dan doen we dat geleidelijk. We nemen het goede mee uit het verle- den, maar gaan wel mee met onze tijd. Dat hebben mijn ouders altijd zo gedaan en bij mij gaat dat niet anders.”
Tekst en foto's: Gerrit Tenkink
Nationale Ombudsman
In de Veluwe Actiefkrant van mei 2017 stond een uitgebreid artikel over
de bewoners van de Vaassense wijk Vulcanus. Over het algemeen wonen de bewoners daar met plezier, maar zoals overal zijn er ook daar wel kleine erger- nissen. Een van die ergernissen betreft brom etsers en scooters die ’s avonds (veel te hard) door de wijk rijden. En dan ook nog eens over het voetpad. Eén wijkbewoner uitte nogal stevige kri- tiek op de maatregelen die de gemeente neemt. Of eigenlijk: niet afdoende neemt. De gemeente had al eens een poging gedaan om de doorgang minder ‘scooter- en brom etsvriendelijk’ te ma- ken door twee hekjes te plaatsen. Deze stonden volgens de buurtbewoner nog te ver uit elkaar, hetgeen betekent dat er nog steeds bijna zonder afremmen eenvoudig gepasseerd kan worden. Omdat het stevige kritiek betrof leek het mij goed om de gemeente te vragen om een reactie. Doorgaans kom je dan als journalist in eerste instantie terecht bij de afdeling Communicatie. Na de kritiek te hebben voorgelegd kwam de gemeentelijke reactie keurig op tijd op het afgesproken tijdstip binnen. Niets dan lof voor de afdeling Communicatie. Tenminste tot zover. Want in die reactie las ik toch wel een erg formele opstel- ling van de gemeente. ‘Wanneer deze bewoner niet tevreden is met een manier waarop de gemeente Epe zijn of haar klacht behandelt dan kan hij dit bij ons kenbaar maken of hulp vragen bij de Nationale Ombudsman.’
Van zo’n reactie kijk ik toch wel een beetje op. Contact opnemen met de gemeente lijkt me voor de hand lig- gend. Maar de Nationale Ombudsman? Dat wil de klager helemaal niet. Die wil allereerst gehoord worden en dan ver- volgens dat de twee hekjes iets dichter bij elkaar komen te staan. En als dat om de een of andere reden niet kan, uitleg daarover. Ik zou zeggen: stuur een me- dewerker met een schop naar de Vulca- nus. Hekje eruit, metertje opschuiven. Half uurtje werk. Kopje kof e met de buurtbewoner. Probleem opgelost. Zo hou je de Nationale Ombudsman buiten de deur en kan die zich bezighouden met belangrijker zaken.
Tekst: Gerrit Tenkink
MENS & WERK | 7
COLUMN


































































































   5   6   7   8   9