Page 2 - God de Vader & God de Moeder
P. 2
5 Huwelijksaanzoek
Huwelijksaanzoek
‘Zou jij met mij willen trouwen?’
ij willen trouwe
n?’ vroeg Peter op gebiedende
‘Zou jij met mij willen trouwen?’ vroeg Peter op gebiedende
toon aan Martha, nog voor hij goed en wel in de koeienstal
a, nog voor hij
goed en wel in de koeienstal
toon aan Martha, nog voor hij goed en wel in de koeienstal
stond. ‘Met mij trouwen?’ Martha was al wat gewoon van
ij trouwen?’ M
artha was al wat gewoon van
stond. ‘Met mij trouwen?’ Martha was al wat gewoon van
haar baas, maar nu donderde ze bijna van haar melkstoeltje
r nu donderde ze
bijna van haar melkstoeltje.
haar baas, maar nu donderde ze bijna van haar melkstoeltje.
Ze stootte daarbij de volle melkemmer met haar knie om … al
rbij de volle me
lkemmer met haar knie om … al
Ze stootte daarbij de volle melkemmer met haar knie om … al
die goede melk weg, verspild op de grond, … wat een ramp!
weg, verspild
op de grond, … wat een ramp!
die goede melk weg, verspild op de grond, … wat een ramp!
Ze durfde niet op te kijken en melkte ijverig voort …
t op te kijken
en melkte ijverig voort …
durfde niet op te kijken en melkte ijverig voort …
Het zogenaamde huwelijksaanzoek van Peter had ee
de huwelijksaa
nzoek van Peter had eerder
Ze durfde niet op te kijken en melkte ijverig voort …
Het zogenaamde huwelijksaanzoek van Peter had eerder
als een bevel geklonken dan als een hoopvolle vraag. Het ha
geklonken dan al
s een hoopvolle vraag. Het had
s een bevel geklonken dan als een hoopvolle vraag. Het ha
als een bevel geklonken dan als een hoopvolle vraag. Het had
ook niet anders gekund. Peter was gewend om te bevelen,
rs gekund. Pete
r was gewend om te bevelen,
ook niet anders gekund. Peter was gewend om te bevelen,
dat wist Martha. Grommen en commanderen was zijn twee
ha. Grommen en
commanderen was zijn tweede
ook niet anders gekund. Peter was gewend om te bevelen,
dat wist Martha. Grommen en commanderen was zijn tweede
natuur. Op die manier dacht hij zijn stand als herenboer hoog
manier dacht hij
zijn stand als herenboer hoog
tuur. Op die manier dacht hij zijn stand als herenboer hoog
natuur. Op die manier dacht hij zijn stand als herenboer hoog
te moeten houden. Dan wisten de mensen tenminste met wie
den. Dan wisten
de mensen tenminste met wie
te moeten houden. Dan wisten de mensen tenminste met wie
ze te doen hadden en dat ze niet met hem konden sollen. Van
den en dat ze ni
et met hem konden sollen. Van
ze te doen hadden en dat ze niet met hem konden sollen. Van
Peter kon je trouwens alles verwachten, behalve nederige
trouwens alles
verwachten, behalve nederige
Peter kon je trouwens alles verwachten, behalve nederige
menselijkheid. En vriendelijkheid was hem ook vreemd. Hi
En vriendelijk
heid was hem ook vreemd. Hij
Peter kon je trouwens alles verwachten, behalve nederige
menselijkheid. En vriendelijkheid was hem ook vreemd. Hij
zei altijd wat hem op de lever lag, brutaal, zonder er doekjes
hem op de lever
lag, brutaal, zonder er doekjes
ei altijd wat hem op de lever lag, brutaal, zonder er doekjes
zei altijd wat hem op de lever lag, brutaal, zonder er doekjes
om te winden.
te w
inden.
te winden.
Martha was n
a al die jaren
op de boerderij enigszins
Martha was na al die jaren op de boerderij enigszins
gewend geraakt aan de nukken van haar baas. Ze had e
aan de nukken v
an haar baas. Ze had er zelfs
gewend geraakt aan de nukken van haar baas. Ze had er zelfs
mee leren leven, voor zover dat al mogelijk was. Wat anders
n, voor zover da
t al mogelijk was. Wat anders
mee leren leven, voor zover dat al mogelijk was. Wat anders
kon ze doen? Zij moest immers uit de handen van Peter eten.
ij moest immers
uit de handen van Peter eten.
kon ze doen? Zij moest immers uit de handen van Peter eten.
Het was oorlog, het eten was schaars en de tijden waren
g, het eten was
schaars en de tijden waren
Het was oorlog, het eten was schaars en de tijden waren
hard voor iedereen. De boeren konden tenminste nog in h
reen. De boeren
konden tenminste nog in hun
hard voor iedereen. De boeren konden tenminste nog in hun
eigen onderhoud voorzien en Martha was blij dat ze op de
ud voorzien en
Martha was blij dat ze op de
eigen onderhoud voorzien en Martha was blij dat ze op de
boerderij kon blijven. Verder werden haar ouders, haar broe
lijven. Verder w
erden haar ouders, haar broers
boerderij kon blijven. Verder werden haar ouders, haar broers
en haar zus ook nog gedeeltelijk door de boer onderhouden.
k nog gedeeltel
ijk door de boer onderhouden.
en haar zus ook nog gedeeltelijk door de boer onderhouden.
Ze moest er wél hard en lang voor werken en hem slaafs
él hard en lan
g voor werken en hem slaafs
Ze moest er wél hard en lang voor werken en hem slaafs
gehoorzamen. Erger was dat ze zich ook al zijn grillen mo
rger was dat ze
zich ook al zijn grillen moest
gehoorzamen. Erger was dat ze zich ook al zijn grillen moest
laten welgevallen. Maar deze keer schrok ze toch wel heel erg.
en. Maar deze ke
er schrok ze toch wel heel erg.
laten welgevallen. Maar deze keer schrok ze toch wel heel erg.
‘Met mij trouwen?’ De vraag galmde weer door haar hoofd.
wen?’ De vraag
galmde weer door haar hoofd.
‘Met mij trouwen?’ De vraag galmde weer door haar hoofd.
Wat bezielde Peter toch? En wat een vraag? Martha wist niet
eter toch? En wa
t een vraag? Martha wist niet
Wat bezielde Peter toch? En wat een vraag? Martha wist niet
wat ze hoorde. De zoon van de eigenaar, die haar zomaar een
De zoon van de
eigenaar, die haar zomaar een
wat ze hoorde. De zoon van de eigenaar, die haar zomaar een
huwelijksaanzoek kwam doen, zonder inleiding en dat dan
oek kwam doen,
zonder inleiding en dat dan
wat ze hoorde. De zoon van de eigenaar, die haar zomaar een
huwelijksaanzoek kwam doen, zonder inleiding en dat dan
nog wel terwijl ze zat te melken. Als hij al meende wat hij
l ze zat te melk
en. Als hij al meende wat hij
og wel terwijl ze zat te melken. Als hij al meende wat hij